Op weg naar Santiago

Peter was al weken onderweg op zijn pelgrimsreis naar Santiago de Compostela. De kilometers hadden zijn tol geƫist en hij voelde zich lichamelijk en emotioneel uitgeput. Zijn voeten deden pijn, maar dat was niets vergeleken met de onrust in zijn gedachten. Hij was op zoek naar antwoorden, naar een diepere betekenis van het leven, maar het leek alsof de weg alleen maar meer vragen opriep.

Op een grijze ochtend, terwijl de regen zachtjes neerdaalde, voelde Peter zich bijzonder overweldigd. Hij zat op een bank langs de weg, zijn hoofd tussen zijn handen. Toen hoorde hij een vriendelijke stem naast zich. “Gaat het goed daar?”

Peter keek op en zag een andere pelgrim naast hem staan. De vreemdeling had een vriendelijke glimlach en een warme blik in zijn ogen. Peter besloot om zijn gevoelens te delen, om voor het eerst zijn gedachten en twijfels uit te spreken. Terwijl hij sprak, merkte hij dat de vreemdeling alleen maar luisterde, zonder onderbrekingen, zonder oordelen. Het was alsof de vreemdeling zijn last mee droeg, zijn zorgen verlichtte.

Na een lange stilte stond de vreemdeling op. “Ik denk dat ik nog een dorp verder zal lopen vandaag. Het was goed om je te ontmoeten, Peter. Onthoud, zelfs als je denkt dat je alleen bent, zijn er altijd voetstappen naast de jouwe.” Hij pakte nog iets uit zijn rugzak en gaf het aan Peter.

Verbaasd keek Peter toe terwijl de vreemdeling wegliep. Even later verdween hij uit het zicht, en Peter voelde zich plotseling weer alleen. Maar in zijn handen hield hij een kaartje vast. Het was een simpel kaartje met het gedicht “Voetstappen in het Zand”. Hij las het gedicht en voelde hoe de woorden een diepe snaar in hem raakten.

Die avond, terwijl Peter in zijn eenvoudige pelgrimsherberg lag, las hij het gedicht opnieuw. Het begon allemaal te dagen. Hij besefte dat de ontmoeting met de vreemdeling en het gedicht een boodschap voor hem waren. Net zoals de vreemdeling naast hem liep en luisterde, zo was er altijd iemand bij hem, ongezien maar aanwezig, tijdens zijn zoektocht naar betekenis en waarheid.

“Juist toen het moeilijk was, toen heb ik jou gedragen,” fluisterde Peter terwijl hij naar de kaars op zijn nachtkastje staarde. Tranen van opluchting stroomden over zijn wangen. Hij voelde zich niet langer alleen. In de stilte van zijn kamer begon Peter eindelijk rust te vinden, wetende dat hij zijn weg niet alleen hoefde te bewandelen. Zijn eigen voetstappen werden vergezeld door onzichtbare, liefdevolle aanwezigheid. En met die geruststellende gedachte viel Peter in een diepe, vredige slaap, klaar om de volgende etappe van zijn pelgrimsreis met hernieuwde kracht en vertrouwen aan te gaan.

Overzicht

Deel jouw verhaal

Heb je een speciale herinnering aan het gedicht Voetstappen In Het Zand? Deel jouw verhaal met anderen.

Gebruik het formulier of zend mij een email.

Verrijk je verhaal met eigen foto's.